Das Problem in dieser Welt ist nicht, dass die Menschen zu wenig wissen, sondern, dass sie zu viel Unwahres wissen. |
Het probleem met de wereld is niet dat mensen te weinig weten, maar dat ze zoveel weten dat niet waar is. |
|
Was wissen Sie voneinander? |
Waar kennen jullie elkaar van? |
|
Was willst du eigentlich wissen? |
Wat wil je eigenlijk weten? |
|
Das willst du nicht wissen! |
Je wil het niet weten! |
|
Ich will wissen, was ihr diesen Sommer getan habt. |
Ik wil weten wat je deze zomer gedaan hebt. |
|
Ich möchte wissen, wann das Treffen beginnt. |
Ik wil weten wanneer de vergadering begint. |
|
Wir lassen Sie das Ergebnis in einer Woche wissen. |
We zullen u het resultaat laten weten over een week. |
|
Ich will wissen, wann mein Gepäck ankommt. |
Ik wil weten wanneer mijn bagage zal aankomen. |
|
Ich würde gerne wissen, wer meine Eltern sind. |
Ik zou graag willen weten wie mijn ouders zijn. |
|
Unter uns gesagt Lisa, wir wissen, dass ich Nick schlichtweg nicht mag. |
Tussen jou en mij, Lisa, we weten dat ik Nick simpelweg niet mag. |
|
Er hat nichts zu verlieren. |
Hij heeft niks te verliezen. |
|
Besser als nichts. |
Beter een half ei dan een lege dop. |
|
Ein Sonnenaufgang kostet nichts. |
Voor niets gaat de zon op. |
|
Warum sagst du nichts? |
Waarom zeg je niks? |
|
Er tat nichts außer Lachen. |
Hij doet niks dan lachen. |
|
Nichts ist wichtiger als Freundschaft. |
Niets is belangrijker dan vriendschap. |
|
Nichts ist so kostbar wie die Zeit. |
Niets zo waardevol als de tijd. |
|
Ich wusste nichts von Ihrem Vorhaben. |
Ik wist niets van uw plan. |
|
Ich wusste nichts von Ihrem Plan. |
Ik wist niets van uw plan. |
|
Haben Sie nichts Kleineres als das hier? |
Heeft u niets kleiner dan dit? |
|