Seine Perücke sitzt schief. |
Zijn pruik staat scheef. |
|
Warum ist ihr Vater nach Japan gegangen? |
Waarom is haar vader naar Japan gegaan? |
|
Aufgrund der Kälte sind sie nicht schwimmen gegangen. |
Vanwege de kou zijn ze niet gaan zwemmen. |
|
Der Kälte wegen sind sie nicht schwimmen gegangen. |
Vanwege de kou zijn ze niet gaan zwemmen. |
|
Samstag sind wir ins Kino und danach ins Restaurant gegangen. |
Zaterdag zijn we naar de film geweest en daarna naar het restaurant. |
|
Mein Vater ist in Pension gegangen, um Jüngeren Platz zu machen. |
Mijn vader is met pensioen gegaan om ruimte te maken voor jongere mensen. |
|